15 daagse pluim verwachtingen
15 daagse Europees model (ECMWF)
15 daagse Amerikaans model (GFS)
Bron van deze pluimen: www.weerplaza.nl.
Toelichting pluim verwachtingen
In de regel is een verwachting voor de eerste paar dagen redelijk betrouwbaar. Een verwachting van 3 tot 5 dagen vooruit is al wat minder betrouwbaar. Vanaf 6 dagen vooruit is de betrouwbaar van de verwachting erg laag. Toch willen we liefst 2 weken vooruit kijken wat het weer op een bepaalde dag gaat doen. En als het dan gaat regenen, willen we ook nog weten hoe laat. Helaas is dat onmogelijk. Omdat ik hier heel vaak vragen over krijg, probeer ik dit hieronder uit te leggen.
Hoe wordt een weersverwachting berekend?
Weermodellen, de bekendste en beste zijn het Europese (ECMWF) en Amerikaanse (GFS) model berekenen het weer over de hele aardbol. Dit doen ze met als uitgangspunt de actuele weersomstandigheden wereldwijd. Echter de actuele weersomstandigheden zijn nooit 100% nauwkeurig. Zo is bijvoorbeeld 70% van het aardoppervlak water. En daar staan geen weerstations om de actuele situatie te meten. Het weer aan de grond wordt voor een groot deel bepaald door het weer in de bovenlucht. Ook daar staan geen weerstations. Wel laat bijvoorbeeld het KNMI 2x per dag een weerballon op. Hiermee wordt het weer in alle luchtlagen gemeten boven de Bilt. Voor andere plaatsen in Nederland is de actuele situatie in de bovenlucht dus niet bekend. En dit geldt voor alle landen.
De input van actuele weergegevens voor het model zijn dus nooit 100% nauwkeurig. Voor de korte termijn is dat meestal minder belangrijk. Voor de langere termijn echter wel, want een verkeerde waarde als input kan over een lange termijn een hele andere berekening geven.
Hoe wordt een 15 daagse pluim berekend?
Door kleine aanpassingen te maken in de ‘bekende’ actuele weersomstandigheden, kun je de weermodel laten berekenen wat dit zou beteken voor de lange termijn. Dit wordt daarom ook 50x gedaan door het Europese weermodel. Dat zijn de groene lijnen van de 15 daagse pluimen.
De rode lijn (oper) is de verwachting zoals deze voor de komende 10 dagen wordt berekend. Dit wordt gedaan met een hoge resolutie. De aardbol wordt door het model opgedeeld in een raster van lijnen. Voor ieder kruispunt van lijnen wordt een verwachting berekend. Hoe dichter de lijnen bij elkaar, hoe hoger de resolutie. Hoe hoger de resolutie, des te nauwkeuriger. Maar een hoge resolutie vergt ook zeer veel rekenkracht van de computer.
De 50 berekeningen met andere uitgangswaarden worden daarom op een lagere resolutie berekend. De blauwe lijn (controle) is een berekening met dezelfde lagere resolutie, maar zonder aangepaste uitgangswaarden.
De betrouwbaarheid van de lange termijnverwachting uit de pluim aflezen
Kijk je naar de pluim, dan zie de eerste paar dagen alle lijnen meestal dicht bij elkaar liggen. Dat betekent dat de berekeningen van de verwachting voor deze termijn ongeveer gelijk zijn. Oftewel betrouwbaar. Het maakt blijkbaar niet uit als de uitgangswaarden die als input in het weermodel worden gestopt iets afwijken.
Hoe verder in de toekomst, hoe verder deze gaan uitwaaieren. Een kleine verandering in de gemeten begintoestand, heeft blijkbaar grote gevolgen. Oftewel de verwachting voor die termijn is onbetrouwbaar. In deze grafiek zie je heel duidelijk dat de betrouwbaarheid afneemt naar mate de termijn verder in de toekomst ligt.
Door de oper (rode lijn) met de control (blauwe lijn) te vergelijken, kun je zien of de berekening op een lagere resolutie invloed heeft op de verwachting. Lopen deze veel uit elkaar, dan kun je je afvragen of de berekening van de afzonderlijke leden nauwkeurig genoeg zijn. Immers die zijn ook met een lagere resolutie berekend.
Voor de verwachting vanaf dag 6, kijk ik daarom nooit exact naar de berekening in de pluim. Ik kijk daar wel of ik een trend zie. Bijvoorbeeld een stijgende of dalende temperatuur. Of een aantal dagen waarop het veel of juist niet gaat regenen.
Aandachtspuntje:
De pluim geeft de verwachting op 4 tijdstippen per dag: 0:00u, 06:00u, 12:00u en 18:00u. De minimum en maximum temperaturen zijn daarom vaak enkele graden resp. lager en hoger dan in de pluim. Deze vallen namelijk meestal buiten deze tijdstippen.